e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peterselie peterselie: piətərsēli (Opgrimbie) [Goossens 1b (1960)] I-7
petroleumlamp quinquet: kɛnkeͅ (Opgrimbie, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
peul erwtenschaal: mv. alleen als ze droog zijn  ɛertəšālə (Opgrimbie) groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) schaal: šāl (Opgrimbie), šālə (Opgrimbie) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: pōͅlə (Opgrimbie, ... ) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulerwten met de schaal: meͅtəšāl (Opgrimbie), voor groen te eten: vər grø̄n t ē.tə (Opgrimbie) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulvruchten afhalen peulen: pōͅ:lə (Opgrimbie) bonen afhalen [ZND 01 (1922)] III-2-3
pijpensteel pijpenroer: pieperoor (Opgrimbie), pijpenroertje: pīpərø̄rke (Opgrimbie), pijpensteel: piepesteel (Opgrimbie) Pijpensteel. Het dunne buisvormige deel van een pijp. [ZND 41 (1943)] III-2-3
pikbinder zelfbinder: zɛlǝf˱bę.ŋǝr (Opgrimbie) Machine die niet alleen maait, maar het koren ook tot schoven samenbindt. Zie afbeelding 6. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [machine] zie het lemma ''maaimachine'' (3.2.18) in aflevering I.3. Kaart 36 is een woordkaart gebaseerd op het materiaal uit dit lemma; kaart 37 is een betekeniskaart, gebaseerd op het materiaal uit dit lemma èn het lemma ''graanmaaimachine'' (4.5.2) en toont waar men met de termen zicht- en pikmachine ofwel de enkelvoudige maaimachine ofwel de combinatiemachine, pikbinder, aanduidt.' [N J, 4a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
pikkeling, zwad met een slag afgepikt gezwad: gǝzwāt (Opgrimbie) Hoeveelheid graan die men met één slag afpikt; vergelijk het lemma ''zwad, houw'' (3.1.4) in aflevering I.3. De enqu√™tes van Goossens hebben voor dit begrip niet veel opgaven opgeleverd; de vraag uit N 15, 16 levert slechts indirect materiaal op voor het begrip "pikkeling". Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf.' [A 23, 16.1a; L 48, 34.1a; Lu 1, 16.1a; Lu 2, 34.1a; monogr.; add. uit N 15, 16e; JG 1a, 1b, 1c, 2c] I-4