e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezoek bezoek: bəzōkə (Opgrimbie) bezoek [ZND 01 (1922)] III-3-1
bezoeken bezoeken: bəz":kə (Opgrimbie) Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)] III-3-1
bibberen rijderen: rejərə (Opgrimbie, ... ) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] || bibberen [ZND 01 (1922)] III-1-2
bidden beden: bēͅjə (Opgrimbie), reflexief  bēͅjə (Opgrimbie) Bidden. [ZND 01 (1922)] || Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3
biechten (gaan) zich biechten (gaan): ... os bēchtə (Opgrimbie), zəg bē:chtə (Opgrimbie) Biechten. [ZND 01 (1922)] || We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3
bieden bieden: bējə (Opgrimbie, ... ) bieden [ZND 21 (1936)] III-3-1
bier bier: verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a  bē:r (Opgrimbie) bier [ZND 06 (1924)] III-2-3
biestmelk biest: bēs (Opgrimbie) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
bietenveld reubenland: rø̄bǝlant (Opgrimbie) Met bieten of rapen bezaaid stuk land. [L 41, 2; monogr.] I-5
biggen werpen baggelen: bagǝlǝ (Opgrimbie) Biggen ter wereld brengen. [N 19, 13; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; N C, add.] I-12