e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prei poor: poor (Opgrimbie, ... ), pō.r (Opgrimbie) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] [ZND 15 (1930)] I-7
prent(je) beeld(je): ə šuən bēlšə (Opgrimbie), (=santje)  bēlše (Opgrimbie) Beeldje. [ZND 01 (1922)] || Een schoon beeldeken (Fr. image). [ZND 21 (1936)] III-3-2
prikkeldraad pindraad: pendrǭt (Opgrimbie) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
priktol dop: dob (Opgrimbie), doͅp (Opgrimbie) Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] III-3-2
proces-verbaal proces-verbaal: də krīz ə pərsés fembāl (Opgrimbie), ə pərses vambāl (Opgrimbie) beboeten [ZND 36 (1941)] || Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)] III-3-1
profiteren profiteren: profəntērə (Opgrimbie) Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)] III-1-4
pronkveer op een hoed pluim: plū:m, ply:mkə (Opgrimbie) Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)] III-1-3
proppenschieter klakkebuis: klakkebuus (Opgrimbie), knapbuts: knábeutš (Opgrimbie) Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)] III-3-2
provisiekast, etenskast schap: šā.p (Opgrimbie, ... ) een schaprade, schapraai (etenskast) [ZND 06 (1924)] || spinde [ZND 07 (1924)] III-2-1
pruim chick: šek (Opgrimbie), pruim: prum (Opgrimbie) [ZND 34 (1940)] I-7