e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
woord woord: wōrt, w"rtšə, w"rt (Opgrimbie) Een woord, een woordje, dat zijn schone woorden. [ZND 08 (1925)] III-3-1
wormstekig vol wormen: vol wørm (Opgrimbie) wormstekig, gezegd ve appel [Lk 01 (1953)] III-2-3
worst worst: wōͅ.rs (Opgrimbie) worst [ZND 04 (1924)] III-2-3
wortel wortel: wǫrtǝl (Opgrimbie) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
worteltje worteltjes: weurtelkes (Opgrimbie, ... ) [ZND 08 (1925)] [ZND 15 (1930)] I-7
wreef wreef: vrīf (Opgrimbie) de wreef (het gedeelte waar het voorste van het been in de voet overgaat) [ZND 29 (1938)] III-1-1
wrijven wrijven: vrīvə (Opgrimbie) wrijven [ZND 25 (1937)] III-1-2
wringen wringen: vreŋə (Opgrimbie) wringen [ZND 25 (1937)] III-1-2
wroeten wroetelen: vrø̄tǝlǝ (Opgrimbie) Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] I-12
zaad, zaaigoed zaad: zǭt (Opgrimbie) Hetgeen men uitstrooit, zaait op het land; de verzamelnaam. Zie voor het enkelvoudige begrip "zaadje" achterin het lemma. Vergelijk ook het lemma graankorrel (2.6). De typen gezaads en gezaams worden voornamelijk gebruikt voor (tuin)zaden. (m) achter de plaatscode geeft aan dat uitdrukkelijk is opgegeven dat ''zaad'' er een "de-woord" is. [N M, 22; JG 1a, 1b; Wi 5; RND 111; monogr.] I-4