e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dreef dreef: drēͅf (Opgrimbie), dreͅ:f (Opgrimbie) dreef [ZND 01 (1922)] || een lange dreef [ZND 23 (1937)] III-3-1
driftig kwaad: kuət (Opgrimbie) driftig [ZND 23 (1937)] III-1-4
drijftol kokkerel: koekerel (Opgrimbie), koekerɛl (Opgrimbie), kukərɛl (Opgrimbie) Drijftol. [ZND 01 (1922)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [Lk 03 (1953)] III-3-2
dringen duwen: dujen (Opgrimbie), stoten: stooten (Opgrimbie) niet dringen ! [ZND 33 (1940)] III-1-2
drinkglas glas: glās (Opgrimbie) glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
dronken zat: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m  zā.t (Opgrimbie) dronken [ZND 01u (1924)] III-2-3
droog weer droog: dry(3)̄əx (Opgrimbie) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
droogstaan droogstaan: (de koe) stø̜u̯ dryǝx (Opgrimbie) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: deugte (Opgrimbie) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
drop kristesap: zie ook znd 1u,45a met haakje (zie o:#) onder de a  kréstəsāp (Opgrimbie) drop [ZND 01 (1922)] III-2-3