e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eed eed: eͅit (Opgrimbie, ... ) eed [ZND 23 (1937)] || Ik wil er een (of mijn) eed op doen [ZND 23 (1937)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: ook ZND 02, 008  ēŋkø̄nšə (Opgrimbie) eekhoorn [ZND 01 (1922)] III-4-2
eelt, eeltknobbel zwel: zwēl (Opgrimbie) Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)] III-1-2
een ei ei: ē̜i̯ (Opgrimbie), ęi̯ (Opgrimbie), eitje: ęi̯kǝ (Opgrimbie) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een huis huren huren: hō:rə (Opgrimbie), hōrə (Opgrimbie) een huis huren [ZND 27 (1938)] || huren [ZND 01 (1922)] III-2-1
een kring op de grond trekken een ronde ring: ənə ronərank (Opgrimbie) Een kring op de grond trekken. [ZND 29 (1938)] III-3-2
een lastig karakter hebbend niet gemakkelijk: in andere betekenissen wordt het gemeekelijk  nēt gemakələk (Opgrimbie) Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)] III-1-4
een nachtmerrie hebben de maar heeft mich gereden: də mā:r hēͅ:t məx xərējə (Opgrimbie) Nachtmerrie; hoe vertaalt gij, fr. jai eu le cauchemar? [ZND 05 (1924)] III-1-2
een paard beslaan beslaan: bǝslō.n (Opgrimbie) Een paard van hoefijzers voorzien. Tijdens het beslaan wordt het paard in de hoefstal van de smidse geplaatst. De hoefsmid verwijdert eerst met behulp van de hoefhamer en de hoeftang het oude hoefijzer. Vervolgens bewerkt hij de hoef door middel van het hoefmes en de hoefrasp. Het nieuwe hoefijzer wordt gewoonlijk warm gepast. Daarvoor wordt het gelijkmatig donkerrood verhit en enige ogenblikken tegen de besneden hoef gehouden. Het ijzer moet overal dicht tegen de hoef passen; aan onverbrande plaatsen onder de hoef kan de smid zien dat deze nog met de hoefrasp moet worden bijgewerkt. Het ijzer wordt met hoefnagels aan de hoef bevestigd. De nagels worden daartoe eerst met behulp van de beslaghamer door de hoef geslagen. Dan worden de uitstekende uiteinden van de hoefnagels met de hoeftang tot op 3 mm afgeknepen. Het gedeelte van de hoefnagel dat nog uitsteekt, wordt vervolgens omgeslagen in een uitholling van de hoef die door middel van de onderkapper is gemaakt. Tot slot wordt de hoef soms nog met de hoefrasp bijgewerkt. [JG 1a; JG 1b; N 100, 17; monogr.] II-11
een portret laten maken zich laten aftrekken: z lōͅtən ōͅftrekkə (Opgrimbie) Zijn portret laten maken (bij de fotograaf). [ZND 40 (1942)] III-3-2