e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haverkist, hakselkist haverkist: [haver]kes (Opgrimbie) De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.] I-6
hazelnoot hazenoot: hāzənōt (Opgrimbie), hâzənôt (Opgrimbie) hazelnoot [ZND 01 (1922)], [ZND 26 (1937)] III-4-3
hecht van een mes steel: stē.l (Opgrimbie), stēl (Opgrimbie) hecht van een mes [ZND 01 (1922)], [ZND 26 (1937)] III-2-1
hees, schor hees: heͅiš∂ (Opgrimbie), heͅjš (Opgrimbie) hees [ZND 01 (1922)] || hij is hees (zijn stem is weg) [ZND 26 (1937)] III-1-2
heet, hitsig lopetig: løͅij.pətex (Opgrimbie) heet, hitsig [Goossens 1b (1960)] III-2-1
heilig heilig: heləch (Opgrimbie) Heilig. [ZND 01 (1922)] III-3-3
heilige, zalige heilige: heləch (Opgrimbie), ənən heləgə (Opgrimbie) Heilige. [ZND 35 (1941)] III-3-3
heizeis heizeissem: hęi̯zęi̯.sǝm (Opgrimbie) Zeis of een soort hak waarmee men hei maait of zoden hakt. In de regel heeft de heizeis √©√©n handvat. [JG 1a, 1b] I-8
hek barrier: brēr (Opgrimbie), gaard: gār (Opgrimbie) Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.] I-8
hemel hemel: hīməl (Opgrimbie) Hemel. [ZND 01 (1922)] III-3-3