20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
znd 32, 20;
kisten (Q010p Opgrimbie, ...
Q010p Opgrimbie)
|
een doode lijken (vooraleer hij gekist wordt) [ZND 32 (1939)]
III-2-2
|
22786 |
in een beek baden |
baden:
baden
zich bāje (Q010p Opgrimbie),
waden:
door het water lopen
wāje (Q010p Opgrimbie),
voeten en benen
waaien (Q010p Opgrimbie)
|
In een beek baden. [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
25447 |
ingezouten |
ingezouten:
ęngǝzawtǝ (Q010p Opgrimbie),
ęngǝzāwtǝ (Q010p Opgrimbie)
|
Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67]
II-1
|
34012 |
inhalen |
voorbijsteken:
vǝrbīstē.kǝ (Q010p Opgrimbie)
|
Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b]
I-10
|
33030 |
inkappen, eerste slagen maken met de zicht |
inhouwen:
e.nǫu̯ǝ (Q010p Opgrimbie)
|
De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f]
I-4
|
21498 |
inkt |
inkt:
blawən enk (Q010p Opgrimbie)
|
Blauwe inkt. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
26785 |
inkuilen |
inkuilen:
e.nkule (Q010p Opgrimbie)
|
De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19]
I-5
|
33182 |
inleggen (in een voor) |
inleggen:
ęnlęgǝ (Q010p Opgrimbie)
|
Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
25607 |
inschieten |
inschieten:
enšē̜tǝn (Q010p Opgrimbie),
ęnšētǝ (Q010p Opgrimbie)
|
Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d]
II-1
|
34001 |
inspannen |
inspannen:
ę.nspanǝ (Q010p Opgrimbie)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|