33270 |
koolzaadolie |
smout:
smau̯.t (Q010p Opgrimbie)
|
De olie die uit koolzaad wordt geslagen. Al sinds lang gebeurt dit olieslaan uit kool-, raap- en lijnzaad niet meer op de boerderij, maar industrieel. In Limburg is smout de gebruikelijke term voor koolzaadolie; de idiotica en het WNT zijn wat ruimer: ook voor lijnzaadolie en zelfs voor plantaardige olie in het algemeen vindt men er de benaming ɛsmoutɛ, maar in het Truierlands heeft smout ook een zeer algemene betekenis, ook smeerolie wordt eronder verstaan. Bij raapsmout wordt, in Q 9 maar ook elders, uitdrukkelijk opgegeven: "ook koolzaadolie". [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
21499 |
kooppenning |
godsalder:
goͅdsalder (Q010p Opgrimbie)
|
Hoe noemt men bij u de kooppenning (gegeven als bewijs dat een koop gesloten is)? [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
23216 |
koor |
koor:
də kūər (Q010p Opgrimbie),
kūər (Q010p Opgrimbie)
|
Het (of de?) koor van de kerk. [ZND 28 (1938)] || Koor. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
18004 |
koorts |
koorts:
ko:rs (Q010p Opgrimbie),
kors (Q010p Opgrimbie)
|
hij heeft (de) koorts [ZND 28 (1938)] || koorts [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
33806 |
koot |
koot:
kuǝt (Q010p Opgrimbie)
|
Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16]
I-9
|
19856 |
kop |
kop:
kop (Q010p Opgrimbie)
|
[JG 1a, 1b]
I-9
|
33063 |
kop van de schoof |
kop:
kop (Q010p Opgrimbie)
|
De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b]
I-4
|
33137 |
kopdorser |
kopdorser:
kǫp˱dē.rsǝr (Q010p Opgrimbie)
|
Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
19582 |
kopje |
bak:
bak (Q010p Opgrimbie, ...
Q010p Opgrimbie),
kopje:
zegt men zelden
kopkə (Q010p Opgrimbie),
tas:
\"beschaafd\
tas (Q010p Opgrimbie)
|
kopje, tas [ZND 28 (1938)]
III-2-1
|
22740 |
kopjeduikelen |
een keukeleboom zetten:
ənə kōkələboͅwm zetə (Q010p Opgrimbie)
|
hij kan over zijn hoofd tuimelen (buitelen), een tuimeling maken [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|