e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opheers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pachten pachten: ps. omgespeld volgens Frings.  pāxtə (Opheers) pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] III-3-1
paddestoel (alg.) champignon: skabəljoͅŋ (Opheers) paddestoel [RND] III-4-3
pafferig dik, opgeblazen van lijf flotsig: floͅtsəx (Opheers, ... ), opgeblazen (dik): oͅpxəbloazə (Opheers), opgelopen: oͅpxəloͅupə (Opheers) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
pak, kostuum kostuum: kostøm (Opheers) kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] III-1-3
pand van een weideperceel pand: pānt (Opheers) Gedeelte van een perceel weiland, of van weiland in het algemeen, dat zich bevindt tussen afwateringssloten. Het betreft uiteraard slechts laaggelegen weidegronden. [N 14, 61] I-8
panlatten daklatten: dǭklatǝ (Opheers), panlatten: panlatǝ (Opheers) De horizontale latten waarop de dakpannen worden gelegd. De panlatten worden met hun breedste zijde op het dakbeschot of op de kepers gespijkerd. De onderste panlat dient groter in doorsnede te zijn. Er wordt daar dan ook meestal een dubbele panlat aangebracht of een panlat op zijn kant. Dit laatste werd in Q 121c 'een daklat hoogkant' ('eŋ dāxlats hūxkaŋk'), in L 385 en Q 15 een 'panlat op zijn hoge kant' (L 385: 'panlat ǫp ˲zǝnǝ hōgǝ kanjt'; Q 15: 'panlat ǫp ˲zǝn huǝgǝ k'njt') en in K 353 'een panlat op zijn kant' ('ǝn pánlát up ˲zønǝ kãnt') genoemd. Zie ook afb. 49p en 83a. [N F, 32a; N 54, 179; N 54, 180a; N 54, 180b; N 4A, 14b; monogr.] II-9
pannenkoek pannenkoek: Syst. Frings  panəkuk (Opheers) Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenkoekenbeslag temper: Syst. Frings  tɛmpər (Opheers) Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenlap handvodje: hāntvøͅt⁄ə (Opheers), vod: meervoud  voͅdə (Opheers), v.  vo̞ͅt (Opheers) lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)] III-2-1
pap pap: Syst. Frings  pap (Opheers) Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3