e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opheers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwelijk jong van de geit geitje: gē̜tjǝ (Opheers) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kalf vaarzenkalf: vi̯āzǝ[kalf] (Opheers) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk kalf dat van tanden begint te wisselen jaarling: ȳǝrleŋ (Opheers) Het gaat hier om een kalf dat ongeveer één jaar oud is. [N 3A, 22] I-11
vrouwelijk kuiken pulletje: pølǝkǝ (Opheers) [N 19, 41a; monogr.] I-12
vrouwelijke kip hen: hin (Opheers) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vrouwenkleren vrouwluikleren: vroliklejər (Opheers) vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] III-1-3
vrouwenonderhemd? vrouwluihemd: vroləhimə (Opheers), vrōləheͅmə (Opheers) onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
vruchtbare grond vruchtbare grond: vrø̜̄xbǝrǝ grǫnt (Opheers) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
vuist vuist: voast (Opheers) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuurtang, sinteltang tang: taŋ (Opheers), vuurtang: vy(3)̄rtaŋ (Opheers) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1