e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opheers

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dubbele toegangspoort van een gesloten erf poort: [poort] (Opheers) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6
duim duim: doͅum (Opheers) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duimeling duimeling: dômleŋ (Opheers), duimelingetje: dømleŋskə (Opheers) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3
duivenhok til: tel (Opheers) Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6
duizendpoot duizendpoot: dyzəntpot (Opheers) duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)] III-4-2
dun sneetje brood sil-vous-plait-tje: Syst. Frings  si vu plɛkə (Opheers) Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)] III-2-3
dunne melk arme melk: ē̜rǝm mɛlǝk (Opheers) Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74] I-11
dunne sjaal sjerp: šeͅrp (Opheers) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
dunne wollen kous wollen kous: wolle kooste (Opheers) kousen, dunne (wollen) ~ [slekke kousen] [N 24 (1964)] III-1-3
dunne zijden dameskous zijden kous: zeeje kooste (Opheers) dameskousen, dunne zijden ~ [N 24 (1964)] III-1-3