e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opheers

Overzicht

Gevonden: 2005

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterhaam achterhaam: axtǝrhā(ǝ)m (Opheers) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterhoofd achterhoofd: axtərhøͅyt (Opheers) achterhoofd [N 10 (1961)] III-1-1
achterknie vars: vās (Opheers) Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12] I-9
achteruittrappen achteruithouwen: axtǝrāthǫu̯ǝ (Opheers) Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72] I-9
adamsappel krop: kroͅp (Opheers) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
afdakje boven de poort poorthuis: puathau̯s (Opheers) Het kleine afdakje dat op een muur is geconstrueerd boven de poort. [N 4A, 43b] I-6
afdingen pingelen: ps. omgespeld volgens Frings.  pīŋkələ (Opheers) beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] III-3-1
afgesneden laars korte bot: ɛɛiŋgə kotəbot (Opheers) laars, afgesneden ~ [vlaglaars] [N 24 (1964)] III-1-3
afgetrokken zeug afgezookte zeug: ǭfxǝzokdǝ [zeug] (Opheers) Een door het veelvuldig zogen vermagerde zeug. In vraag N 19, 22 werd gevraagd naar "een zeug die vermagerd is door ...", dus naar een zelfstandig begrip. In dit lemma is de nadruk gelegd op de eigenschap "vermagerd" en is het zelfstandig naamwoord zeug niet gedocumenteerd. Voor de documentatie van de verschillende woordtypen voor "zeug" en de bijbehorende dialectvarianten zie het lemma ''zeug'' (1.2.5). [N 19, 22; monogr.] I-12
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) bros: broͅs (Opheers) haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)] III-1-1