18326 |
jasschort |
paletotsvoordoek (<fr.):
pāltəksvèùrk (P222p Opheers)
|
schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18050 |
jeuken |
jeukselen:
jyksələ (P222p Opheers)
|
jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34025 |
jong van een rund |
kalf:
kalf (P222p Opheers)
|
[N 3A, 4]
I-11
|
34314 |
jong varken |
kurre:
kyrǝ (P222p Opheers)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34448 |
jonge geit |
jong geitje:
jǭu̯ŋk gē̜tjǝ (P222p Opheers)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pøl (P222p Opheers)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
33958 |
jukriem |
halshaak:
halshǭk (P222p Opheers)
|
Verbinding tussen het haam en de disselboom, als men met een tweespan rijdt. Verscheidene zegslieden verklaren dat een tweespan in hun gemeente niet (meer) voorkomt. [N 13, 12]
I-10
|
18707 |
jumper |
golf:
goͅləf (P222p Opheers)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18192 |
jurk |
kleed:
klɛɛit (P222p Opheers)
|
jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20697 |
jus, vleesnat |
jus:
Syst. Frings
žy(3)̄ (P222p Opheers),
saus:
Syst. Frings
sōͅu̯s (P222p Opheers)
|
Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|