e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opheers

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krabben kretsen: kreͅtsə (Opheers, ... ) krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
krakeling ring: Syst. Frings  rɛ̄i̯ŋ (Opheers) Krakeling (britsel, ring?) [N 16 (1962)] III-2-3
krakende schoen kraakschoen: kraokskūwən (Opheers) schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
krampig krampig: krampex (Opheers) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9
krentenbol brioche (fr.): Syst. Frings  brioͅšə (Opheers) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: Syst. Frings  krɛ̄i̯ntəmek (Opheers) Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kreupel zijn lam: lǭm (Opheers) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
krielkip rozelhennetje: rūzǝlhinǝkǝ (Opheers) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
kroeshaar kroezelhaar: kruzəlhoar (Opheers) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krols lopig: løu̯pix (Opheers) loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)] III-2-1