e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opheers

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lage klomp? klonk: klūŋk (Opheers) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lage, natte plekken in moeras del: dęl (Opheers) De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b] I-8
lage, natte zandgrond beemdgrond: bęmgront (Opheers) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lakschoen laqu (fr.): lakɛis (Opheers) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lammeren lammeren: lamǝrǝ (Opheers) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lammetjespap boekweitpap: Syst. Frings  bukwɛ̄tpap (Opheers) Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
lampenpit wiek: wIk (Opheers) lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
landrol wel: wɛl (Opheers) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
lang ruw haar rond buik en uier wild haar: welt hūǝr (Opheers) Eerste haar dat een veulen verliest. [N 8, 23] I-9
lang schortlint bindel: bɛŋəl (Opheers) linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3