e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

Gevonden: 4907
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
altaarbel bel: bel (Ophoven) De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
altaarretabel drieluik: drieloek (Ophoven) Een altaarretabel, -triptiek, -drieluik. [N 96A (1989)] III-3-3
alziend oog god ziet mij: en god ziet mij (Ophoven) Een ingelijste plaat waarop een groot oog in een driehoek is afgebeeld, met daarbij de tekst: God ziet mij. Hier vloekt men niet. (Godsoog, Alziend Oog, Christusoog?). [N 96B (1989)] III-3-3
ampullen ampullen (<lat.): ampullen (Ophoven) Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)] III-3-3
andere damesschoenen schoentje: šōnkəs (Ophoven) damesschoenen; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)] III-1-3
andere soorten sneeuw vlokken: grote vlokken  vlokken (Ophoven) verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)] III-4-4
andijvie andijvie: andī.vi (Ophoven) [Goossens 1b (1960)] I-7
angel angel: a.ŋǝl (Ophoven), aŋǝl (Ophoven) Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.] II-6
angel van bij of wesp angel: angel (Ophoven), WBD/WLD  angel (Ophoven) angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)] || Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)] III-4-2
angelusklok angelusklokje: angelusklukske (Ophoven) De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)] III-3-3