e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halve pint, kwart liter, maat kapper: (bier).  kapper (Ophoven) de maat die een inhoud aangeeft van 0,25 (=kwart) liter [kapper, halfje, schopje, dzozie, hoorn, neuker, neutel, bok, uppie, bak] [N 91 (1982)] III-4-4
halve zondag feestdag: fieestdaag (Ophoven) Een "halve zondag", een feestdag zonder mis, bijvoorbeeld Koninginnedag (planken zondag). [N 96C (1989)] III-3-3
ham, hesp schonk: šo.ŋk (Ophoven), verzamelfiche ook mat. van ZND 1, a-m  schonk (Ophoven), sjonk (Ophoven) ham [Goossens 1b (1960)] || hesp [ZND 01u (1924)] III-2-3
hamer van de klepklok trumphamer: trumphamer (Ophoven) De hamer van een klepklok [trumphamer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hamer voor kapwerk beitelhamer: bejtǝlhāmǝr (Ophoven) Hamer die door de smid gebruikt wordt om ovenstenen uit te kappen en in te passen. Zie ook het lemma "kaphamer" in Wld ii.9 en de daarbij behorende afbeelding 8. [N 33, 63] II-11
handboei handboei: handboei (Ophoven) de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)] III-3-1
handboom brug: brø̜q (Ophoven), hefboom: hęf˱bǫwm (Ophoven) De hefboom waarmee men de loper een klein stukje oplicht. Daarna maakt men met behulp van steenspieën of een trapspie ruimte om steenreep en teers te plaatsen voor het ophijsen van de molensteen. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛsteenreepɛ.' [N O, 20h; N O, 41e; Vds 209; Jan 186] II-3
handel handel: hanjel (Ophoven) het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] III-3-1
handelaar handelaar: hanjelēēr (Ophoven) iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)] III-3-1
handelen handelen: hanjelen (Ophoven, ... ) handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)] III-3-1