e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kinderhemd kinderhemd: kinjerhumme (Ophoven) Kinderondergoed, kinderhemd [N 114 (2002)] III-1-3
kinderkleren kinderkleren: keͅn`ərkleͅ`ər (Ophoven) kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)] III-1-3
kinderkoor kinderkoor: kenjerkoeer (Ophoven) Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)] III-3-3
kindermis kindermis: kenjermes (Ophoven) Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kinderstoel kakstoel: kakstool (Ophoven) Stoel voor kleine kinderen op hoge poten met een armleuning en een tafelblad ervoor, eventueel met een potje onder de zitting (kakstoel, krokstoel, kloef) [N 79 (1979)] III-2-1
kindje jezus kindje jezus: kindje jezus (Ophoven) Het Jezuskind, het kind(je) Jezus, Jezuke. [N 96D (1989)] III-3-3
kinds kinds: kinds (Ophoven, ... ) door hoge ouderdom zwak van geest [suffig, kinds, simpel] [N 85 (1981)] || door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 115 (2003)], [N 86 (1981)] III-2-2
kinketting kiefketting: kēfkęteŋ (Ophoven) Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.] I-10
kinnebak kinnebak: kinnebak (Ophoven) Een kinnebak: kaakbeenderen (kinnebak, kinnebakkes, geschaar) [N 106 (2001)] III-1-1
kippen hennen: hɛnǝn (Ophoven), hoender: ho.ǝndǝr (Ophoven), hōndǝr (Ophoven), ōndǝr (Ophoven) De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.] I-12