18578 |
kinderhemd |
kinderhemd:
kinjerhumme (L371p Ophoven)
|
Kinderondergoed, kinderhemd [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18674 |
kinderkleren |
kinderkleren:
keͅn`ərkleͅ`ər (L371p Ophoven)
|
kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23567 |
kinderkoor |
kinderkoor:
kenjerkoeer (L371p Ophoven)
|
Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23505 |
kindermis |
kindermis:
kenjermes (L371p Ophoven)
|
Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19382 |
kinderstoel |
kakstoel:
kakstool (L371p Ophoven)
|
Stoel voor kleine kinderen op hoge poten met een armleuning en een tafelblad ervoor, eventueel met een potje onder de zitting (kakstoel, krokstoel, kloef) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
23925 |
kindje jezus |
kindje jezus:
kindje jezus (L371p Ophoven)
|
Het Jezuskind, het kind(je) Jezus, Jezuke. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20169 |
kinds |
kinds:
kinds (L371p Ophoven, ...
L371p Ophoven,
L371p Ophoven)
|
door hoge ouderdom zwak van geest [suffig, kinds, simpel] [N 85 (1981)] || door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 115 (2003)], [N 86 (1981)]
III-2-2
|
33940 |
kinketting |
kiefketting:
kēfkęteŋ (L371p Ophoven)
|
Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.]
I-10
|
17601 |
kinnebak |
kinnebak:
kinnebak (L371p Ophoven)
|
Een kinnebak: kaakbeenderen (kinnebak, kinnebakkes, geschaar) [N 106 (2001)]
III-1-1
|
29843 |
kippen |
hennen:
hɛnǝn (L371p Ophoven),
hoender:
ho.ǝndǝr (L371p Ophoven),
hōndǝr (L371p Ophoven),
ōndǝr (L371p Ophoven)
|
De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.]
I-12
|