e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraag kraag: kraach (Ophoven) kraag [ZND 28 (1938)] III-1-3
kraag van een kraagmantel kraag: krāx (Ophoven) kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3
kraaien, gezegd van de haan kraaien: krēi̯ǝ (Ophoven) [N 19, 49; Vld.; monogr.] I-12
kraaltjes kraaltjes: krelkəs (Ophoven) kraaltjes [RND] III-3-2
kraambed kinderbed: znd 1 a-m; znd 1u, 135  kenjerbed (Ophoven, ... ) kraambed (in het - (ge)komen) [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] III-2-2
kraan van de metalen gierton kraan: krān (Ophoven) De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.] I-1
kraanvogel kroenekraan: kroenekranen (Ophoven) kraanvogel [ZND 01 (1922)] III-4-1
krabben dabben: dabben (Ophoven) Zijn hoofd krabben tegen de jeuk (dabben, kretsen, kratsen). [N 109 (2001)] III-1-2
krakende schoen kraakschoen: krākšōn (Ophoven) schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
kralen van de rozenkrans kraaltjes: krelkes (Ophoven) De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)] III-3-3