e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lof lof: lof (Ophoven), ət loͅf (Ophoven) het lof [RND] || Het lof, de kerkdienst met uitstelling van het Allerheiligste, gehouden op zondagmiddag, soms op zaterdagavond [lof, laof, zeëje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
lof met processie processielof: precessielof (Ophoven) Lof met processie (rondom de kerk of over het kerkplein of kerkhof) op de eerste zondag van de maand. [N 96B (1989)] III-3-3
logeren uchteren: uchteren (Ophoven) in de winter bij elkaar gaan logeren [winterneven] [N 87 (1981)] III-3-1
lood, maat van 10 gram lood: lood (Ophoven) de maat die een gewicht aangeeft van 10 gram [lood] [N 91 (1982)] III-4-4
loodgieter loodgieter: lūat˲gētǝr (Ophoven), plombeerder: plǫmbērdǝr (Ophoven  [(idem)]  ) Ambachtsman die vroeger vooral zink en blik bewerkte, loden buizen maakte en herstelde, dakgoten en regenpijpen plaatste en repareerde en, zo blijkt uit de antwoorden van de zegslieden, soms ook waterpompen aanlegde. Tegenwoordig installeert en repareert hij vooral sanitaire installaties en verwarmingstoestellen. Zie ook het lemma "zinkbewerker". Het woord pompenmaker werd in Venray (L 210) en omstreken ook gebruikt als benaming voor een koperslager. Zie ook het lemma "koperslager". [N 64, 161a; L 34, 17a-b; monogr.] II-11
loof loof: WBD/WLD  loof (Ophoven) De bladeren van een boom samen (loof, lover). [N 82 (1981)] III-4-3
loon loon: ps. omgespeld volgens Frings.  loən (Ophoven) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1
loops loops: lø͂ͅu̯ps (Ophoven) loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)] III-2-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje loot: WBD/WLD  loot (Ophoven) Een nieuw uitgelopen twijgje (spraon, scheut, schot, lot). [N 82 (1981)] III-4-3
lopen lopen: loupen (Ophoven), loŭpə (Ophoven), loͅupə (Ophoven), lǫu̯.pǝ (Ophoven) lopen [ZND 25 (1937)], [ZND m] || lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9, III-1-2