23875 |
bedevaartganger |
bedeweger:
beeweger (L371p Ophoven)
|
Een bedevaartganger, pelgrim. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23876 |
bedevaartplaats |
bedewegplaats:
beewegplaats (L371p Ophoven)
|
Een bedevaartsplaats, bedevaartsplaats, genadeoord. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23878 |
bedevaartprentje |
gedachtenisprentje:
gedachtenisprentje (L371p Ophoven)
|
Een prentje ter nagedachtenis aan een bedevaart. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23879 |
bedevaartvaantje |
bedewegvaantje:
beewegvèènke (L371p Ophoven)
|
Een vaantje of vlagje dat tijdens een bedevaart gedragen en daarna als gedachtenis aan die bedevaart bewaard wordt, bedevaartsvaantje, -vlagje, pelgrimsvlagje. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24054 |
bediend worden |
bediend worden:
bedeenjd wère (L371p Ophoven)
|
Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21558 |
bedienen |
bedienen:
bedeene (L371p Ophoven),
bedene (L371p Ophoven),
bedenen (L371p Ophoven)
|
de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)] || Hoe heet: iemand van de laatste Sacramenten voorzien? [ZND 32 (1939)] || Iemand bedienen, berechten, iemand de laatste sacramenten toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-1, III-3-3
|
34540 |
bedorven ei |
rot ei:
rǫt ēi̯ (L371p Ophoven),
rotte eieren:
rǫtǝ ęi̯ǝr (L371p Ophoven),
vuile eieren:
vul ęi̯ǝr (L371p Ophoven)
|
[N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.]
I-12
|
34190 |
bedorven melk |
biest:
bēs (L371p Ophoven)
|
Uierontsteking kan aanleiding zijn voor het sterk veranderen van de melk. Ze kan zelfs etterig, bloederig of geelwaterig worden. Soms vindt men in de melk slechts enkele kleine stolseltjes. [N 52, 5b; A 48A, 10b]
I-11
|
18965 |
bedriegen |
bedriegen:
ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a
bedreege (L371p Ophoven),
bedreegen (L371p Ophoven),
bədrēēgə (L371p Ophoven),
kullen:
kullen (L371p Ophoven)
|
bedriegen [ZND 01 (1922)] || iemand door list en leugen voor de gek houden en daarvan gebruik maken [kullen, bikken, kleuten, bijbrengen, belakken, verneuken, besleuteren, loren, lorzen, bedonderen, bemieteren, besodemieteren, kinkelfoezen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18966 |
bedrieger |
bedrieger:
bedreger (L371p Ophoven)
|
iemand die een ander bedriegt [prul, smiechel, striegelaam, bedrieger] [N 85 (1981)]
III-1-4
|