23850 |
maria-onbevlekte-ontvangenis |
lieve-vrouw:
levrouw (L371p Ophoven)
|
8 december, Marias onbevlekte Ontvangenis [Laatste Lievevrouw]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23396 |
mariabeeld |
lieve-vrouwebeeld:
levrouwebeeld (L371p Ophoven),
lievevrouw:
levrouw (L371p Ophoven),
mariabeeld:
mariabeeld (L371p Ophoven)
|
Een beeld van Maria met of zonder het kind Jezus op de arm. [N 96B (1989)] || Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23589 |
marialied |
marialied:
marialeed (L371p Ophoven)
|
Een Marialied. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23877 |
mariaoord |
bedewegplaats van maria:
beewegplaats van Maria (L371p Ophoven)
|
Een genadeoord van Maria, Mariaoord. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23746 |
mariascapulier |
scapulier van maria:
schappeleer van maria (L371p Ophoven)
|
Een Maria-scapulier (Marias livrei?). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21271 |
markt |
markt:
mâê.rt (L371p Ophoven),
op kort euver ə mert (L371p Ophoven),
scheunt euer e mert (L371p Ophoven)
|
Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] || markt [RND]
III-3-1
|
21852 |
marktkraam |
kraam:
kraom (L371p Ophoven)
|
een tent, een stalletje op de markt waarin de goederen tentoongesteld zijn [kraam, schob] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21711 |
marktplein |
markt:
mèrt (L371p Ophoven)
|
het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24945 |
marmer |
marmer:
marmer (L371p Ophoven),
marmere beeldj (L371p Ophoven)
|
marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
marmere beeldj (L371p Ophoven)
|
Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|