e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

Gevonden: 4907
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beervoetigheid (het heeft/staat) bereklauw: bē̜rǝklau̯ (Ophoven) Beervoetige stand, een afwijking, waarbij de kootas naar voren is gebroken door het achterwaarts doorzakken van de koot, zodat de vetlok met de bodem in aanraking komt. [JG 1a, 1b; N 8, 93b] I-9
beet, hap bof: bof (Ophoven), hap: hap (Ophoven) hap; Hoe noemt U: Zoveel als men in één keer afbijt of in de mond neemt (hap, beet, knap, kneuvel) [N 80 (1980)] III-2-3
bef befje: beͅfkə (Ophoven) bef [bavetje, sammezetje, bandje] [N 23 (1964)] III-1-3
begeerlijk begeerlijk: begeerlijk (Ophoven) de begeerte opwekkend, verlokkend [gewild, begeerlijk] [N 85 (1981)] III-1-4
begeerte wens: wens (Ophoven) een groot verlangen naar iets, een sterke wens [geerte, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
begeleider van het baldakijn flambouwdragers: flambouwdragers (Ophoven) De begeleiders van de hemel, bijvoorbeeld vier leden van de schutterij [hiëmelwach]. [N 96C (1989)] III-3-3
begeren lusten: lusten (Ophoven) sterk wensen, verlangen koesteren naar [begeren, geren, lusten] [N 85 (1981)] III-1-4
begerig begerig: begerig (Ophoven) sterk verlangend [hebbelijk, begeerlijk, begierig, begerig] [N 85 (1981)] III-1-4
begijn begijn: begien (Ophoven) De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)] III-3-3
beginvoren in het midden rug: rø̜k (Ophoven) Bedoeld worden de eerste (2, 4 of 6) voren die men midden op de akker of op een pand tegen elkaar aan slaat, als deze bijeengeploegd moet worden. Men kan deze voren, vooral als het laaggelegen of natte grond betreft, bewust wat hoger opploegen, om een rond akker- of pandoppervlak te krijgen. [N 11, 60; N 11A, 119c; JG 1a + 1b] I-1