e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
misdienaar koorjong: koeerjong (Ophoven) Een koorknaap, misdienaar, misdiener [koeërjóng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misdienaarstoga misdienaarstoog (<lat.): mesdenerstoog (Ophoven) De rode of de zwarte toog van een misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
misintentie misintentie: mesintentie (Ophoven) Een misintentie. [N 96B (1989)] III-3-3
miskleren miskleren: meskleijer (Ophoven) De misgewaden, miskleren [miskleer, mèskleijer, getuug?]. [N 96B (1989)] III-3-3
miskraam miskraam: miskraom (Ophoven), miskroam (Ophoven), misval: misval (Ophoven) Een miskraam krijgen (opslagen, omslaan). [N 115 (2003)] || Miskraam: te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 84 (1981)] || Te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 115 (2003)] III-2-2
missaal missaal: missaal (Ophoven) Een kerkboek waarin de misgebeden zijn opgenomen [misboek, mèsbook, mèssebook, missaal?]. [N 96B (1989)] III-3-3
missie missie (<fr.): missie (Ophoven) Een meerdaagse reeks preken, gebedsoefeningen e.d. die eens in de 10 jaar in de parochie werd gehouden ter heropwekking en verdieping van het geloof en ter bekering van zondaars [missie, volksmissie?]. [N 96B (1989)] III-3-3
missiekruis missiekruis: missiekruus (Ophoven) Een groot kruisbeeld ter herinnering aan een in de parochie gepreekte missie [missiekruis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mist, nevel (alg.) mot: moeèt (Ophoven), moet  mut (Ophoven) mist [domp, mok, moek] [N 22 (1963)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] III-4-4
misweek misweek: mesweek (Ophoven) Een misweek. [N 96B (1989)] III-3-3