19474 |
pook |
stovenhaak:
stōvənhōͅk (L371p Ophoven),
stovenijzer:
stōvənīzər (L371p Ophoven)
|
pook (gebogen ijzer om het vuur aan te porren, Fr. tisonnier) [ZND 05 (1924)]
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
pǫrt (L371p Ophoven)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33796 |
poot |
poot:
puǝt (L371p Ophoven
[(mv pyø̜t)]
),
varkenspoot:
vɛrkǝspǫu̯t (L371p Ophoven)
|
[N 76, 12]Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-12, I-9
|
17953 |
pootjebaden |
pletsen:
pletsen (L371p Ophoven)
|
Met blote voeten door plassen lopen (platsen, plensen, kneipen). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
34174 |
pootjesblaas |
tweede blaas:
twiǝdjǝ blǭs (L371p Ophoven)
|
De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b]
I-11
|
22806 |
pop |
pop:
em poop (L371p Ophoven),
poppen (L371p Ophoven)
|
Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || pop [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
pop (L371p Ophoven)
|
vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24490 |
populier (alg.) |
popelaar:
WBD/WLD
populeer (L371p Ophoven)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
19849 |
porselein |
porselein:
pǫrsǝlęjnǝ (L371p Ophoven)
|
Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.]
II-8
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
portefuille (L371p Ophoven)
|
de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)]
III-3-1
|