| 18927 |
proberen |
proberen:
proberen (L371p Ophoven)
|
een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 21722 |
proces |
proces (<lat.):
proces (L371p Ophoven)
|
de zitting van een rechterlijk college waarin een overtreding of misdrijf onderzocht wordt, en waarin een uitspraak gedaan wordt [kwerel, audiëntie, proces, ordenantie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21515 |
proces-verbaal |
proces (<fr./lat.):
in proces (L371p Ophoven),
proces-van-baal:
doe kriegs ei perces vanbaal (L371p Ophoven),
proces-verbaal:
proces verbaal (L371p Ophoven)
|
het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)] || iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)] || Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
| 23243 |
processie |
processie (<lat.):
precessie (L371p Ophoven),
processie (L371p Ophoven)
|
De processie [bronk, persessie, protsessioën]. [N 96C (1989)] || Een bedevaart. [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|
| 23852 |
processie door het veld |
bedeweg:
beeweg (L371p Ophoven)
|
Een processie door het veld, bedeweg, bidweg. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23854 |
processie van maria-hemelvaart |
lieve-vrouwprocessie (<lat.):
levrouwprecessie (L371p Ophoven)
|
De processie die op (zondag na) Maria Hemelvaart wordt gehouden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23858 |
processiestrooisel |
strooisel:
struisel (L371p Ophoven)
|
Strooisel bestaande uit bloemen, stukgesneden stengels en bladeren en stroopsel van varens waarmee de straten versierd worden [sjtreupsel]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23861 |
processievaantjes |
processievaantjes:
precessievèènkes (L371p Ophoven)
|
De vaandeltjes die in de processiestoet worden meegedragen [persessieveendelkes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 17742 |
proeven |
proeven:
preuven (L371p Ophoven)
|
proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 23930 |
profeet |
profeet:
profieët (L371p Ophoven)
|
Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|