id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20911 | pruim | pruim: proem (Ophoven) | [ZND 34 (1940)] I-7 |
20568 | pruimen | sjieken: sikken (Ophoven) | pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)] III-2-3 |
18926 | prutsen | broddelen: broddelen (Ophoven), futselen: futsələ (Ophoven), prutsen: prutsen (Ophoven), verbroddelen: verbroddelen (Ophoven), verkerven: verkerven (Ophoven) | Frutselen (met kleinigheden bezig zijn). [ZND 35 (1941)] || iets slordig doen [leuteren] [N 85 (1981)] || ondegelijk of onvoldoende werk verrichten of ondegelijk aan iets werken [prutsen, fanneken, vrellen, prutten, dooieren, merelen, kloten, klooien, teutelen, zeuren, soeliën, hannesen, treuzelen, teuten, semmelen] [N 85 (1981)] || slecht, slordig werk leveren door onvoldoende kennis [broddelen, brodden, modderen, troddelen, figgelen, knoefelen, foefelen, krabben, fikkelen] [N 85 (1981)] || verkeerd handelen, niet op de goede manier maken [verkerven] [N 85 (1981)] III-1-4 |
18908 | prutser | onhandige, een -: onhenjige (Ophoven) | iemand die onhandig is [kavveleuter, boerenklos, klos] [N 85 (1981)] III-1-4 |
18930 | prutswerk | geknoddel: geknôeuddəl (Ophoven), geknoei: geknoeai (Ophoven), prutswerk: prutswerk (Ophoven) | Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)] || werk dat ondeugdelijk of ondegelijk is [getotter, prutswerk, kleuterwerk, kutselwerk] [N 85 (1981)] III-1-4 |
20578 | pruttelen | snurken: snurken (Ophoven) | Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)] III-2-3 |
20311 | puber | aankomeling: aankommeling (Ophoven) | puber; iemand tussen 15 en 18 jaar, in de levensperiode waarin de geslachtsrijpheid optreedt en zichzelf ontwikkelt, tevens periode van geestelijke rijping [puber, aankomeling] [N 86 (1981)] III-2-2 |
18110 | puistjes | puistjes: puustjes (Ophoven) | Puistjes (bobbels, broebels, bulten). [N 109 (2001)] III-1-2 |
18693 | pullover | pullover: pølovər (Ophoven) | pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3 |
21479 | punaise | punaise (fr.): penaise (Ophoven) | een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)] III-3-1 |