34371 |
ringtang |
varkenstang:
vɛrkǝstaŋ (L371p Ophoven)
|
Tang waarmee men het varken een ring in de neus zet. [N 76, 47]
I-12
|
17669 |
ringvinger |
ringvinger:
ringvinger (L371p Ophoven, ...
L371p Ophoven)
|
Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, iedekje, pillepoort). [N 84 (1981)] || Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, pillepoort). [N 106 (2001)]
III-1-1
|
18103 |
ringworm |
catharinawiel:
Catharina-weel (L371p Ophoven),
sint-catharinawiel:
+ [eind -a]
Sint-Katrina weel (L371p Ophoven)
|
Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, springend vuur, ringelworm). [N 84 (1981)] || Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, wiel/rad, ring(el)worm). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
23645 |
rinkelen met de altaarbel |
bellen:
bellen (L371p Ophoven)
|
Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20792 |
rins |
rans:
rans (L371p Ophoven)
|
lichtelijk zuur smakend (rins, zurig) [N 91 (1982)]
III-2-3
|
21214 |
riool |
goot:
goot (L371p Ophoven),
riool:
rioal (L371p Ophoven)
|
het stelsel van buizen en kanalen voor het afvoeren v an vuil water [riool, geul, grip] [N 90 (1982)] || Riool (onderaardse buis tot afvoer van vuil water, enz.). [ZND 06 (1924)]
III-3-1
|
25039 |
ritselen |
ritselen:
ritselen (L371p Ophoven)
|
een zacht, onregelmatig, schuifelend, ruisend of krakend geluid geven [ritselen, rispelen, snirsen, krimmelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24647 |
robinia |
acacia:
WBD/WLD
acacia (L371p Ophoven)
|
De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
23447 |
rochet |
rochet (fr.):
rochet (L371p Ophoven)
|
Het korte witte kleed over de misdienaarstoog [rochet, rökkele?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33478 |
rode aalbes |
miemer:
De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
miemer (L371p Ophoven),
miemerten:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4
mimerte (L371p Ophoven)
|
aalbes [N 82 (1981)], [ZND 01 (1922)]
I-7
|