e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sporten sproten: sprō.ǝtǝ (Ophoven) De scheien die de ladderbomen met elkaar verbinden. [JG 1a, JG 1b] I-13
spotnaam voor hoge hoed buis: by(3)̄s (Ophoven), stoofpijp: stŏfpīp (Ophoven) hoed, hoge ~: spotbemaningen [tarpot, titsj, hekteliter, böömert, handskow, kachelpiep, sjtief] [N 25 (1964)] III-2-2
spotten spotten: spotten (Ophoven), zwanzen: Van Dale: zwanzen, (gew.) grappen vertellen; streken uithalen.  zwanzen (Ophoven) de spot drijven met [spotten, spreeuwen, truten, zwanzen] [N 85 (1981)] || zich met belachelijk makende of oneerbiedige scherts [grappen] uiten [spreeuwen, spotten, truten, zwanzen, lollen, leuren] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
spreken, praten kallen: hè kan vlaomsch kalle (Ophoven) Hij kan Vlaams (Diets, Duuts) praten. [ZND 08 (1925)] III-3-1
sprenkelen sprinkelen: sprinkelen (Ophoven) druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)] III-4-4
sprenkelen met de wijwaterkwast met wijwater besprenkelen: met wiewater besprengkelen (Ophoven) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
springen springen: spreŋə (Ophoven) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
springstier dekstier: dɛkstīr (Ophoven) [JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 15] I-11
springvloed springvloed: sprèngvlood (Ophoven) springvloed, hoge waterstand die ontstaat als zon- en maanvloed samenwerken [giertij, springtij, gierstroom] [N 81 (1980)] III-4-4
sproeten sproetelen: sprotelen (Ophoven) Sproet (sproetelen, sproonselen). [N 109 (2001)] III-1-1