e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitslag vertonend brandig: bręnjex (Ophoven) Gezegd van een varken dat lijdt aan de vlekziekte. [N 19, 27b] I-12
uitsluitertjesdag sluitertjesdag: sluterkesdaag (Ophoven) De dag waarop de kinderen hun ouders buiten het huis sluiten. [N 88 (1982)] III-3-2
uitsluitsel uitsluitsel: oetsloetsel (Ophoven) een beslissend antwoord, een antwoord dat alles uitlegt [uitsluitsel, uitbedul] [N 85 (1981)] III-3-1
uitspannen uitspannen: ū.tspanjǝ (Ophoven) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitstalling van het allerheiligste uitstelling van het allerheiligste: oetstelling van het allerheligste (Ophoven) Uitstalling, uitstelling van het Allerheiligste [oessjtellóng van t allerhillieg-ste?]. [N 96B (1989)] III-3-3
uitstallingstroon uitstelkastje: oetstelkesje (Ophoven) De troon, de ruimte of plek boven het tabernakel waar het Allerheiligste wordt uitgesteld. [N 96A (1989)] III-3-3
uitstellen uitstellen: oetstellen (Ophoven) iets niet op het daarop vastgestelde tijdstip verrichten maar het naar een later tijdstip verschuiven [uitstellen, trekken, vertrekken, verstrekken, nazien] [N 85 (1981)] III-1-4
uitvlucht uitvlucht: oetvlùcht (Ophoven) wat men aanvoert om iets niet te hoeven doen [uitvlucht, uitvluchtsel, uitmaak, uitmaaksel, flauws, zoeking] [N 85 (1981)] III-1-4
uitwendig kruiwerk kruiwerk: krøjwɛ̄rǝk (Ophoven) Algemene benaming voor alle voorzieningen die aan de buitenzijde van de molen zijn aangebracht om de gehele molen of de molenkap naar de wind te draaien. [N O, 30h; Sche 60; monogr.] II-3
uitwerpselen kak: kak (Ophoven) uitwerpselen [N 10c (1995)] III-1-1