e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
versterkte zijwand, dijk molendijk: mø.lǝndī.k (Ophoven) Dijk vōōr de sluizen, meestal aan die kant van de beek waar de bewoners van de molen het meest komen. De dijk bestaat uit planken die tegen rechtstaande spijlen bevestigd zijn of is een versteviging uit aarde of beton en loopt gewoonlijk vier of vijf meter verder stroomopwaarts dan de vloer. Zie ook afb. 67. [Vds 31; Jan 29; Grof 35] II-3
verstoppertje spelen bergemannetje spelen: /  bergemenneke (Ophoven), koekbergen: koekbergen (Ophoven), piepjebergen: piepke berge (Ophoven), piepke bergen (Ophoven), /  piepke berge (Ophoven) Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || Schuilevinkje spelen (verbergspel). [ZND 06 (1924)] || verstoppertje [SND (2006)] || verstoppertje spelen [SND (2006)] III-3-2
verstuiken verstuiken: verstoektj (Ophoven) ik heb mijn voet verstuikt [ZND 08 (1925)] III-1-2
vertrouwen vertrouwen: vertrouwen (Ophoven, ... ) iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
verval verval: vǝrva.l (Ophoven) Het verschil in hoogte tussen het bovenwater en het onderwater. Volgens Coenen (pag. 39) bedroeg het verval gewoonlijk 1,5 meter. [Vds 24; Jan 89; Coe 41; Grof 73] II-3
vervanger remplaant (fr.): remplaçant (Ophoven) iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)] III-3-1
verveeld vervelend: vervèlend (Ophoven) vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)] III-1-4
verveling verveling: vervèling (Ophoven) de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)] III-1-4
vervoerbewijs coupon (<fr.): coupon (Ophoven) het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)] III-3-1
verwaarlozen verwaarlozen: verwaarlozen (Ophoven) geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)] III-1-4