25160 |
winderig weer |
winderig (weer):
winjderig (L371p Ophoven)
|
winderig, gezegd van het weer [zuchtig] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25958 |
windmolen |
windmolen:
węnjtj[molen] (L371p Ophoven)
|
Een molen die door de wind wordt aangedreven. De windmolen kan worden onderverdeeld in twee belangrijke hoofdgroepen: de standerdmolen en de Hollandse molen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [Sche 2; Grof 2; monogr.; N D add.]
II-3
|
25208 |
windstilte |
stil (weer):
stil (L371p Ophoven),
windstil (weer):
windjstil (L371p Ophoven)
|
windstil, zonder wind, gezegd van het weer [blak, stil] [N 81 (1980)] || windstilte, toestand dat er geen wind is [blakte] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33832 |
windzuiger |
windzuiker:
wę.njtj˲zy.kǝr (L371p Ophoven)
|
Paard dat zich bijv. op de rand van een deur of voerbak vastklemt en met een klokkend geluid lucht naar binnen zuigt, die in de plaats van in de longen in de maag terechtkomt. Door te veel lucht in de maag kan het koliek (zie het lemma ''buikkrampen'' (7.4)) krijgen. [JG 1a, 1b; N 8, 62q, 84f en 85; A 48A, 41b en 41c]
I-9
|
21782 |
winkel |
winkel:
winkel (L371p Ophoven)
|
het huis of een gedeelte van een huis waar koopwaren in het klein worden verkocht [winkel, nering, doening] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18434 |
winkelhaak |
winkelhaak:
winkelhaok (L371p Ophoven)
|
Winkelhaak. Een rechthoekige scheur in een kledingstuk. [N 114 (2002)]
III-1-3
|
22770 |
winnen |
winnen:
(w)EnE (L371p Ophoven),
weͅnnə (L371p Ophoven),
weͅnə (L371p Ophoven)
|
III. Winnen; hij won; gewonnen. [ZND 25 (1937)] || winnen [GTRP (1980-1995)] || Winnen. [ZND m]
III-3-2
|
21881 |
winst |
winst:
winst (L371p Ophoven)
|
de opbrengst boven de kosten [winst, voordeel, bonheur, beneficie, rabat, avetje] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18676 |
winterkleren |
winterkleren:
went`ərkleͅ`ər (L371p Ophoven)
|
winterkleren [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24279 |
winterkoninkje |
winterklokje:
wènterklùkske (L371p Ophoven),
winterkoninkje:
wèntjərkeûninkskə (L371p Ophoven)
|
winterkoninkje [ZND 34 (1940)]
III-4-1
|