e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

Gevonden: 4907
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bolhoed: algemeen bolhoed: boͅlōt (Ophoven) bolhoed [N 25 (1964)] III-1-3
bolhoed: spotnamen hondskooi: hunskōi (Ophoven) bolhoed: spotbenamingen [ketspeng, tiets, hardhoutere] [N 25 (1964)] III-1-3
bolle wangen bolle wangen: bol wangen (Ophoven) Bolle wangen (toetwangen, appel-wangen, volle maan, kakwangen). [N 109 (2001)] III-1-1
bolster van de okkernoot leut: luit (Ophoven) bolster (van) [ZND 33 (1940)] I-7
bolster van een noot schulp: WBD/WLD  schulp (Ophoven) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] III-2-3
bonenkruid bonenkruid: WBD/WLD  bonekroet (Ophoven, ... ) Bonenkruid, het geurige kruid dat bij de tuinbonen of andere peulvruchten gevoegd wordt (keule, keul, kuil, kruid, heume, bonenkruid, kuun, keune). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
bonnet bonnet (<oudfr.): bonnet (Ophoven) De bonnet van de priester. [N 96B (1989)] III-3-3
bont als apart kledingstuk pels: pels (Ophoven) bont, zachtharig dierenvel (das, vos, e.d.) als los kledingstuk [poes, pels, mansjel] [N 23 (1964)] III-1-3
bont en blauw slaan bont en blauw slaan: bunt ɛn blaouw gəslāgə (Ophoven) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
bonte koe met rode kop bonte: bontjǝ (Ophoven) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123a] I-11