e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opitter

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
noten afslaan slaan: slaan (Opitter) noten afslaan [ZND 36 (1941)] III-2-3
ochtend (vanmorgen ochtend: deze mèrge (Opitter), deze mörge (Opitter) s morgens) [ZND 39 (1942)] III-4-4
ogenblikje, korte tijd, eventjes even: effe (Opitter) even [ZND 34 (1940)] III-4-4
oksaal doksaal: ei choen dekzoal (Opitter), oksaal: əksoal (Opitter) Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] III-3-3
olie slaan smout slaan: smaw.t slǭ.n (Opitter) In een oliemolen olie persen uit geplette en verwarmde zaden. Zie ook de lemmata ɛvoorslagblokɛ en ɛheiɛ.' [Jan 17; Jan 279; Coe 15 add.; JG 1b, add.] II-3
oliemolen slagmolen: slā.x[molen] (Opitter), smoutmolen: smawt[molen] (Opitter) Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.] II-3
omheinen afmaken: āfmākǝ (Opitter), āfmākǝn (Opitter), toemaken: tumākǝ (Opitter) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omwalde akker kamp: kamp (Opitter) Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.] I-8
omweiden omzetten: ǫmzɛtǝn (Opitter) Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.] I-11
omzetten omzetten: omzętǝ (Opitter) Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c] I-4