33807 |
pommelee, appelschimmel |
(een) geappelde:
gǝapǝljdjǝ (L362p Opitter)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
25382 |
pompen |
pompen:
pǫmpǝ (L362p Opitter)
|
Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.]
II-1
|
19957 |
poort |
poort:
port (L362p Opitter),
pǫrt (L362p Opitter)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33796 |
poot |
poot:
pūǝt (L362p Opitter),
pűǝt (L362p Opitter
[(mv piǝt)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-11, I-9
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
pootaardappelen:
pūǝt[aardappelen] (L362p Opitter)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
22806 |
pop |
pop:
pop (L362p Opitter, ...
L362p Opitter),
/
met de pop spelen (L362p Opitter)
|
/ [SND (2006)] || Een pop. [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
21481 |
portemonnee, beurs |
portemonnee (<fr.):
’nə lère portemonnee (L362p Opitter)
|
Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
22807 |
portret, foto |
portret (<fr.):
pertrèt (L362p Opitter),
portret (L362p Opitter)
|
Portret. [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
22808 |
portret, foto add. |
fotografie:
fotographie (L362p Opitter)
|
Portret. [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
33573 |
postelein |
postelein:
pastəleͅi.n (L362p Opitter)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|