e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opitter

Overzicht

Gevonden: 2129
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gele lupine lupinen: lǝpīnǝ (Opitter) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gelegerd bier bier: bē.r (Opitter) Bier dat de nagisting heeft ondergaan. [N 35, 84; monogr.] II-2
gelijken (op) goed er op trekken: goe trekke op (Opitter), trekken op: trekke op (Opitter) gelijken [ZND 25 (1941)] III-4-4
geloven geloven: geleive (Opitter), glejvə (Opitter, ... ) Geloven. [ZND 01 (1922)], [ZND 35 (1941)], [ZND m] III-3-3
geluid maken, gezegd van de kammen slaan: slaan (Opitter) Het geluid van de kammen van het aswiel bij het malen. Afhankelijk van het al dan niet goed functioneren van het gangwerk hoort men een aangenaam of een onaangenaam geluid. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer de kammen niet op de juiste steek zijn gezet. [N O, 11p; Vds 95; Jan 114; Coe 89; Grof 112] II-3
geluksvogel; altijd geluk hebben met de helm geboren zijn: hè is met den halm geboeuren (Opitter) Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemaak (Opitter) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gemekkələk (Opitter), simpel: ook materiaal znd 23, 77  simpəl (Opitter) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemaskerd persoon vastenavondsgek: vastənōͅvendjsgek (Opitter) Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)] III-3-2
gemeen gemeen: ook materiaal znd 23, 79  gemein (Opitter) gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4