e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naar de mis gaan mis horen: mes hiere (Opoeteren) De mis bijwonen, de mis horen [mès huëre, mès bèèje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
naar de ram brengen leiden: lęi̯.ǝ (Opoeteren) Het vrouwelijk schaap laten bevruchten door de bok. [N 77, 33; N 77, 32; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
naar links haar: hār (Opoeteren), hari: hāri (Opoeteren) Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.] I-10
naar rechts hot: hot (Opoeteren) Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.] I-10
naaste evenmens: eivemins (Opoeteren) Je/uw naaste, evennaaste, evenmens [naoste, nôste, èèvemins]. [N 96D (1989)] III-3-3
nachtegaal nachtegaal: nachtegaal (Opoeteren) nachtegaal [ZND 39 (1942)] III-4-1
nachtmis nachtmis: nachmes (Opoeteren) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtzwaluw geitenmelker: geitemölker (Opoeteren) nachtzwaluw III-4-1
nadeel nadeel: Och, ich weit ¯t neet; de höbs doa eigenlik viêr- of noadeil van  noadeil (Opoeteren) nadeel III-1-4
nageboorte van de koe rein: rɛi̯.n (Opoeteren) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11