e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pantoffel slof: eine slof (Opoeteren, ... ), slof (Opoeteren) pantoffel [ZND 40 (1942)], [ZND m] III-1-3
pap pap: verkl. pepke Viêr det mager pepke, zag Jepke, gèèf ich nog gèè knepke  pap (Opoeteren) pap III-2-3
papier papier: pepeer befoemelen (Opoeteren, ... ), pepeer befronselen (Opoeteren), pəper vərfrŏmələ (Opoeteren) papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-3-1
paraplu paraplu: eine parplie (Opoeteren, ... ) paraplu [ZND 40 (1942)] III-1-3
parel parel: pēͅrəl (Opoeteren) parel [ZND A1 (1940sq)] III-1-3
paren van de duiven paren: pā.rə (Opoeteren) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parochie parochie: `beiden worden gebruikt`  z. toel. (Opoeteren), `kerkelijke gemeente met een pastoor`  z. toel. (Opoeteren) Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pasen pasen: paosse (Opoeteren), pase vilt la:t (Opoeteren), pōͅsə velt lāt (Opoeteren) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] || Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)] III-3-3
pasgeboren kalf nuchter kalf: nēxtǝrǝ [kalf] (Opoeteren) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
passiezondag passiezondag: passiezonnig (Opoeteren) De vijfde zondag van de vasten, de voorlaatste zondag vóór Pasen. [N 96C (1989)] III-3-3