e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rozenhoedje noster: noster (Opoeteren) Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkrans noster: noster (Opoeteren) De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkransgebed rozenkrans: ruzekrans (Opoeteren) Het Rozenkransgebed (hierbij gaat men 3 maal het bidsnoer langs) . [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkransmaand rozenkransmaand: ruuzekransmaond (Opoeteren) De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)] III-3-3
rug rug: pien in mene rek (Opoeteren), reg (Opoeteren), regk (Opoeteren), règ (Opoeteren), ręk (Opoeteren) de rug [ZND 29 (1938)] || ik heb pijn in de lendenen (in de rug) [ZND 30 (1939)] || rug [ZND m] || Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9, III-1-1
rug van het blad van de zeis rug: ręq (Opoeteren) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
ruiken ruiken: reeken (Opoeteren) rieken [ZND 25 (1937)] III-1-1
ruilen (als spel) tuisen: tŭsə (Opoeteren), wille wer ens tuusen (Opoeteren) Tuischen. [ZND m] || Willen we eens ruilen? [ZND 42 (1943)] III-3-2
ruilen (als spel): de was mangelen mangelen: Vgl. Van Dale: III. mangelen, (veroud. en gew.) ruilen, verwisselen.  maŋələ (Opoeteren) Mangelen. [ZND A1 (1940sq)] III-3-2
ruin ruin: rin (Opoeteren) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9