e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruiten in het kaartspel ruiten: ruiten (Opoeteren) Ruiten: Ruiten boer (in het kaartspel). [ZND 42 (1943)] III-3-2
rukken roffen: roeffen (Opoeteren) niet rukken (niet met rukken trekken) [ZND 42 (1943)] III-1-2
runderhorzel, horzel horzel: huursel (Opoeteren), wūiərsəl (Opoeteren) horzel || insect III [Goossens 1b (1960)] III-4-2
runderhorzellarve angel: a.ŋəl (Opoeteren) worm vdit laatste insect [Goossens 1b (1960)] III-4-2
rundvee veestapel: vīǝstā.pǝl (Opoeteren) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rups rups: ròps (Opoeteren) rups, vlinderlarve III-4-2
rustaltaar rustaltaar: rĕst altaor (Opoeteren) Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
ruw gekroezeld: gechruzeld (Opoeteren), gesprongen: gespronge hann (Opoeteren), gespruongen (Opoeteren), kapot: kepotte hann (Opoeteren), ruw: ruw hann (Opoeteren) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] III-1-2
ruw, hard ruw: det is ein ruwe kéle (Opoeteren) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] III-3-1
ruïneren verruneren (<fr.): vernielen = kapotmaken, uw kleed is heel wezinneweèrd, die velo is gansch verteleweèrt  verrenewèzen, vertes te bewèren (Opoeteren), vernielen, die jongens vernielen alles  veranewéren (Opoeteren) woord dat van het Frans ruiner komt (renuweren, verreneweren): uitspraak en betekenis [ZND 41 (1943)] III-3-1