e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
van veren wisselen ruizelen: rii̯.zǝlǝ (Opoeteren), rīzǝlǝn (Opoeteren) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangen vangen: vangen (Opoeteren) vangen [ZND 25 (1937)] III-1-2
vanzelfsprekend natuurlijk: det is nateerlik (Opoeteren), d’es nateerlik (Opoeteren) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
varen varen: oͅp siə vārə (Opoeteren, ... ), vērə (Opoeteren, ... ) op zee varen [ZND A1 (1940sq)] || varen [ZND m] III-3-1
varen (alg.) wauwelkruid: wauwelkraut (Opoeteren) varenplant III-4-3
varken varken: vɛ.rkǝ (Opoeteren) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken met hangende oren duitsland varken: døi̯tslant vɛrkǝ (Opoeteren) Varken van het ras dat hangende oren heeft. [N 76, 1a] I-12
varken van acht tot twaalf weken loper: lø̜i̯pǝr (Opoeteren), lęi̯.pǝr (Opoeteren), scheut: sxyǝt (Opoeteren), šīǝ.t (Opoeteren) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varken van drie tot vijf maanden mestvarken: møsvɛrkǝ (Opoeteren) Een halfvet varken van 50 tot 80 kg. Volgens het WNT (III, 1 p. 1460) is een broeiling een "speenvarken", eigenlijk een "varken geschikt om te broeien". Het gaat hier dus om een varken dat zo goed als slachtklaar is. [N 76, 3d; JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 19, 8; L 37, 49f; N 19, 4a; A 4, 4b; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkens fokken baggen kweken: bagǝ kwēkǝ (Opoeteren) Zich toeleggen op de teelt van varkens. [N 76, 37b; monogr.] I-12