e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veer pluim: plûm (Opoeteren), veer: vèèr (Opoeteren) pluim || veer, pluim III-4-1
veestapel vee: vīǝ (Opoeteren) Al het vee dat op een boerenbedrijf aanwezig is. Vergelijk het lemma ''vee'' (13.11) in deze aflevering. [JG 1a, 1b] I-11
veevoer verzamelen plukken: plękǝ (Opoeteren), plɛkǝn (Opoeteren), snijden: snii̯ǝn (Opoeteren), zomen: zymǝn (Opoeteren) Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11
vegen, keren bezemen: besseme (Opoeteren), keren: kiêre (Opoeteren, ... ), kīərə (Opoeteren), uitkeren: y(3)̄tkirə (Opoeteren), ytkīrə (Opoeteren) de vloer vegen, keren (zonder water) [ZND 34 (1940)] || met de bezem vegen || schoonvegen || uitkeren III-2-1
vel op gekookte melk vel: vęl (Opoeteren) Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b] I-11
vel op melk vel: ook mat. van ZND 14, vr. 23  veͅl (Opoeteren) velletje op melk [ZND 06 (1924)] III-2-3
veld, open land veld: vøͅljtj (Opoeteren) veld [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
veldkruis kruislieveheer: krieslevenier (Opoeteren) Een kruisbeeld in het veld, langs de openbare weg opgericht [veldkruis, devotiekruis?]. [N 96A (1989)] III-3-3
veldstrengen ploeghachten: [ploeg]haxtǝ (Opoeteren) De beide koorden of kettingen waaraan een paard via het zwenghout een akkerwerktuig voorttrekt; vergelijk afb. 98. Deze zijn gewoonlijk langer dan de strengen van een paard dat voor een kar of wagen gespannen is. Termen die toepasselijk zijn op de strengen en het zwenghout tezamen, zijn bijeengezet aan het einde van dit lemma. Voor varianten of delen daarvan in de ''...''-vorm zij verwezen naar de lemmata ''ploeg'' en ''zwenghout''. De in het vorige lemma onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn hieronder meestal door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [.IG 1b + 1c + 2c; N 11A, 103d; N 13, 57 + 58; div.; monogr.] I-2
veldweg afvaart: āf˲vārt (Opoeteren), ramp: ramp (Opoeteren) Een niet-verharde, vaak met gras begroeide weg door het veld, waarlangs men vanaf het erf de akkers kan bereiken die niet aan de straat gelegen zijn. [N 5A, 75c; N P, 2; JG, 1a, 2b; L 37, 43; monogr.] I-8