e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruid bruid: bruud (Opoeteren), 1a-m; 22, 29a;  broet (Opoeteren) bruid [ZND 01 (1922)] || de bruid [broeëd] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidegom bruidegom: 1a-m; 22, 29a;  briedegom (Opoeteren), broedegoem (Opoeteren) bruidegom [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: briedje (Opoeteren), brietjes (Opoeteren, ... ) Een in het wit gekleed meisje in de processiestoet [bruidje, maagdje, ingelche]. [N 96C (1989)] || Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)] III-3-3
bruidsjapon bruidskleed: bruudskleid (Opoeteren) de bruidsjapon, het bruidskleed [N 96D (1989)] III-2-2
bruiloft bruiloft: 1a-m; 22, 29b;  broeleft (Opoeteren) bruiloft [ZND 01 (1922)] III-2-2
brullen brullen: brelǝ (Opoeteren) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
brulse koe brul: brel (Opoeteren) Koe die niet meer drachtig is en veel brult. [JG 1a, 1b] I-11
brutaal assurant: hè is asserant (Opoeteren) hij is vrijpostig (strant, astrant) [ZND 32 (1939)] III-3-1
bui, regenbui bijs: ein bi-js (Opoeteren), ps. letterlijk overgenomen.  bieez (Opoeteren), regenbijs: ps. letterlijk overgenomen.  reongelbieez (Opoeteren) bui, regen [ZND 01 (1922)] || bui, regenbui III-4-4
buik buik: boeek (Opoeteren), boek (Opoeteren), pens: pɛ.ns (Opoeteren) de buik [ZND 29 (1938)] || Zie afbeelding 2.33. [JG 1a, 1b; N 8, 14 en 41] I-9, III-1-1