e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
catechismusles catechismus: kattegismis (Opoeteren) Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)] III-3-3
cementen strekel cementstreek: sǝmę.nt[streek] (Opoeteren) Houten lat van ongeveer 40 cm., waarop aan beide zijden een laagje cement (amaril) is aangebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 4. Waar het woord(deel) streek of strekel identiek is aan de opgave voor "strekel" in dezelfde plaats, wordt door middel van de notatie (streek) of (strekel) voor de fonetische documentatie verwezen naar het lemma ''strekel''. [JG 1a, 1b; add. uit N 18, 80 en 82] I-3
cervelaatworst droogworst: drieegworst (Opoeteren, ... ) droogworst [ZND 21 (1936)] || plokworst [ZND 21 (1936)] III-2-3
chagrijn chagrijn: det jònk is ein echt sjadreng viêr zi-jn auwers  sjadreng (Opoeteren), mistroostig: Syn. mismodig hèè kèèk al ève mismodig noa al det mistriêstig gedoons  mistriêstig (Opoeteren) chagrijn, bitter verdriet || mistroostig III-1-4
champignon champignon: sjabbeljòng (Opoeteren, ... ), Sjabbeljòngkes kan men inne sop doon of in de saus  sjabbeljòng (Opoeteren) champignon || kampernoelie III-2-3, III-4-3
ciborie ciborie (<lat.): siborie (Opoeteren) Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
cichorei cichorei: sikorei (Opoeteren), Men hoort ook wel sòkkerei Fr. chicorèe  sikorei (Opoeteren) suikerij || surrogaat voor de koffie III-2-3
collectant centenpier: centepier (Opoeteren) Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecte rondhaling: rondhaling (Opoeteren) De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecteschaal schaal: sjaal (Opoeteren), schotel: sjoetel (Opoeteren) De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)] III-3-3