e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dons, nestveren duivelshaar: di-jvelshoar (Opoeteren), dievelshaor (Opoeteren) dons [ZND 35 (1941)] || donshaar bij jonge vogels III-4-1
dood (adj. schertsend bedoeld gaan hemelen?: znd 23, 022b;  hè is gehemeltj (Opoeteren), gesneuveld: znd 23, 022b; in oorlog  gesniëveltj (Opoeteren), kapotgemaakt: znd 23, 022b; in vechtpartij  kepotgemaakt (Opoeteren), om zeep: znd 23, 022b;  om zIiep (Opoeteren) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  doeət (Opoeteren) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: dood (Opoeteren), dūət (Opoeteren), dôêt (Opoeteren) dood (bn) [ZND A2 (1940sq)] || dood; de jongen die gisteren van het dak is gevallen, is nu - [ZND 46 (1946)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  dôet (Opoeteren) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodkist doodskist: znd 33, 38;  doeedskist (Opoeteren) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodliggen kapotliggen: kǝpotlegǝ (Opoeteren) Het doden van de biggen door de zeug, doordat ze erop gaat liggen. [N 76, 31] I-12
doodskist doodskist: dūūtskist (Opoeteren, ... ), znd 33, 38;  doeedskist (Opoeteren), lijkkist: liekkist (Opoeteren, ... ) de doodskist [N 96D (1989)] || De doodskist. [N 96D (1989)] || Doodkist. [ZND 33 (1940)] III-2-2, III-3-3
doodsklok doodsklok: doeëdsklok (Opoeteren) De klok die geluid wordt na het overlijden en/of bij de begrafenis van iemand [dôdsklok, dódsklok, dödsklok, doeëdsklok?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doodzonde doodzonde: doeetzinj (Opoeteren) Doodzonde, dodelijke zonde [doeëdzund]. [N 96D (1989)] III-3-3