e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een borrel drinken een borreltje pakken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  ei borreltje pakken (Opoeteren), een drupje drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  dreͅpke dreͅnken (Opoeteren), een grote drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  groeete dreͅnken (Opoeteren), een kleintje drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  ei kleintje dreͅnken (Opoeteren), een scheppen: Vèè goan er òs eine goje sjòppe  sjöppe (Opoeteren) drinken || druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] III-2-3
een boterham smeren een boterham smeren: ənə būətram smīrə (Opoeteren) smeren [RND] III-2-3
een cadeau geven schenken: šeŋkə (Opoeteren) Schenken. [ZND A1 (1940sq)] III-3-2
een ei ei: ei̯ (Opoeteren), ē̜i̯ (Opoeteren), ęi̯ (Opoeteren), eitje: ęi̯kǝ (Opoeteren) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een huis huren huren: here (Opoeteren), hērən (Opoeteren) een huis huren [ZND 27 (1938)] || huren III-2-1
een kring op de grond trekken een ring op de grond trekken: eine reng(k) oppe grond trekken (Opoeteren), ənə rènk ŏppə grŏnt trĕkkə (Opoeteren) Een kring op de grond trekken. [ZND 29 (1938)] III-3-2
een kruisteken maken n kruus maake: kries maken (Opoeteren) Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)] III-3-3
een lastig karakter hebbend moeilijk: dè¯s eine hiêl mooilike mins viêr möt òm te goan  mooilik (Opoeteren), niet gemakkelijk: hè is neet gemekkelik (Opoeteren), niet mak: neet mak (Opoeteren) Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)] || lastig (ivm. karakter) III-1-4
een paard beslaan beslaan: bǝslǭ.n (Opoeteren) Een paard van hoefijzers voorzien. Tijdens het beslaan wordt het paard in de hoefstal van de smidse geplaatst. De hoefsmid verwijdert eerst met behulp van de hoefhamer en de hoeftang het oude hoefijzer. Vervolgens bewerkt hij de hoef door middel van het hoefmes en de hoefrasp. Het nieuwe hoefijzer wordt gewoonlijk warm gepast. Daarvoor wordt het gelijkmatig donkerrood verhit en enige ogenblikken tegen de besneden hoef gehouden. Het ijzer moet overal dicht tegen de hoef passen; aan onverbrande plaatsen onder de hoef kan de smid zien dat deze nog met de hoefrasp moet worden bijgewerkt. Het ijzer wordt met hoefnagels aan de hoef bevestigd. De nagels worden daartoe eerst met behulp van de beslaghamer door de hoef geslagen. Dan worden de uitstekende uiteinden van de hoefnagels met de hoeftang tot op 3 mm afgeknepen. Het gedeelte van de hoefnagel dat nog uitsteekt, wordt vervolgens omgeslagen in een uitholling van de hoef die door middel van de onderkapper is gemaakt. Tot slot wordt de hoef soms nog met de hoefrasp bijgewerkt. [JG 1a; JG 1b; N 100, 17; monogr.] II-11
een portret laten maken zich laten trekken: zich laoten trekken (Opoeteren), zich loaten trekken (Opoeteren), zijn portret laten maken: zie pertret laten maken (Opoeteren) Zijn portret laten maken (bij de fotograaf). [ZND 40 (1942)] III-3-2