e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laatste oordeel laatste oordeel: lester oerdejl (Opoeteren) Het laatste oordeel. [N 96D (1989)] III-3-3
ladderboom leierboom: lęi̯.ǝrbǫu̯.i̯m (Opoeteren), (mv)  lęi̯.ǝrb˙ęi̯m (Opoeteren) Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b] I-13
lade lade: laai (Opoeteren), lādə (Opoeteren), lāi (Opoeteren), lade van een tafel: lāi van nə taofəl (Opoeteren, ... ), schuif: sji-jf (Opoeteren), Hèè trok het sji-jfke upe  sji-jf (Opoeteren) kastlade || lade || lade van een tafel [ZND 37 (1941)], [ZND 39 (1942)] || schuif III-2-1
laden laden: lāi̯.ǝ (Opoeteren) De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18] I-10
lading vracht: vraxt (Opoeteren) Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.] I-10
lage kachel voor de ketel met was of veevoer wasvuurtje: waš˲vērkǝ (Opoeteren) De lage kachel waarop de ketel met was of veevoer verwarmd wordt. De benamingen met ketel doen denken aan een gecombineerde ketel en kachel, vast verbonden, met een grote inhoud. Een bereklauw heeft drie poten. De kachel dient niet om een ruimte te verwarmen. Sommige benamingen wijzen op de afwezigheid van een kachel of op de aanwezigheid van een open vuur. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [L 23, 58c; monogr.] I-6
lager bus: bes (Opoeteren), bø̜s (Opoeteren), kussen: kęsǝ (Opoeteren) Bij watermolens voorzien van een metalen molenas de pan of het lager waarin het uiteinde van de molenas draait. Zie ook het lemma ɛkussenɛ.' [Jan 82; Coe 73] II-3
lam lam: la.mp (Opoeteren), laaem (Opoeteren), lamp (Opoeteren), lāām (Opoeteren), lammetje: lɛmkǝ (Opoeteren) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || ze is lam [ZND 29 (1938)] I-12, III-1-2
lammeren lammen: lamǝ (Opoeteren) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamp lamp: lamp (Opoeteren, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1