e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
noodklok noodklok: noetklok (Opoeteren) De noodklok, brandklok, alarmklok. [N 96A (1989)] III-3-3
nootmuskaat muskaat: mesjoat (Opoeteren), Het is een verbasterde vorm van mesjoat  besjoat (Opoeteren), In verbasterde vorm van mesjoat naar analogie met besji-jt  besjoat (Opoeteren), notemuskaat: nutebesjoat (Opoeteren) muskaat || nootmuskaat III-2-3
noten afslaan afhouwen: aafhouwen (Opoeteren), aafhuiwen (Opoeteren), slaan: slaon (Opoeteren) noten afslaan [ZND 36 (1941)] III-2-3
ochtend (vanmorgen ochtend: deeze mërge (Opoeteren), mèrge (Opoeteren) s morgens) [ZND 39 (1942)] III-4-4
offerblok offerblok: offerblok (Opoeteren) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes eventjes: effekes (Opoeteren) even [ZND 34 (1940)] III-4-4
okkernoot noot: nuut (Opoeteren) noot, vrucht I-7
oksaal doksaal: ei schuun d`eksaol (Opoeteren), toksaol (Opoeteren), oksaal: ei schoeen eksaol (Opoeteren), exsaol (Opoeteren) Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] || Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
olie boomolie: een ander woord voor olijfolie  buimulie (Opoeteren), salade-olie: slaaiulie (Opoeteren) boomolie || slaolie III-2-3
olie slaan persen: pǫrsǝ (Opoeteren), smout slaan: smaw.t slǭ.n (Opoeteren) In een oliemolen olie persen uit geplette en verwarmde zaden. Zie ook de lemmata ɛvoorslagblokɛ en ɛheiɛ.' [Jan 17; Jan 279; Coe 15 add.; JG 1b, add.] II-3