e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezemsteel bezemsteel: Lûster, det zitsj zuu inne stiêl: het geval zit aldus in elkaar  bessemstiêl (Opoeteren), steel: stīəl (Opoeteren) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig zijn bezig zijn: zeen beèzig met (Opoeteren) bezig zijn [ZND 19a (1936)] III-1-4
bezoeken bezoeken: bezeeken (Opoeteren, ... ), bezeken (Opoeteren) Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)] III-3-1
bibberen beven: bèven (Opoeteren), rijderen: riejeren (Opoeteren) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] III-1-2
biddag bededag: beijdaag (Opoeteren) Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden beden: beije (Opoeteren), dich moos beijen (Opoeteren), enkelvoud  dich moos beèjen (Opoeteren), meervoud  gè moot beèjen (Opoeteren) Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] || Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3
bidprentje doodsbeeldje: dūūtsbeeldje (Opoeteren) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstoel bidstoel: bidstool (Opoeteren) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biecht biecht: beecht (Opoeteren) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biecht horen: beecht hiere (Opoeteren) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3